Niettegenstaande een werknemer tijdens en na zijn/haar arbeidsovereenkomsten geen ‘daden van oneerlijke concurrentie’ mag stellen (art. 17, 3° wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) , kunt u ervoor kiezen een concurrentiebeding te sluiten (of een niet-concurrentiebeding, dat betekent hetzelfde).
De werknemer verbindt zich er dan toe om, als hij de onderneming verlaat, zich niet voor zijn rekening of voor rekening van derden rechtstreeks of onrechtstreeks, te wijden aan soortgelijke activiteiten van uw onderneming omdat u op die manier schade kan ondervinden.
Let op: er zijn er strikte voorwaarden die moeten gevolgd worden op straffe van nietigheid van het concurrentiebeding.
Als het contract wordt beëindigd en u wil het beding tóch niet toepassen, moet u goed kijken hoe u het oorspronkelijke beding hebt opgesteld.
Geeft deze aanleiding tot de uitbetaling van de forfaitaire vergoeding, dan moet u binnen de 15 dagen vanaf de datum waarop de arbeidsrelaties effectief werden beëindigd, – liefst aangetekend – schriftelijk afzien van de toepassing van de clausule. U verzaakt dus aan de toepassing van het concurrentiebeding.
Als u dat niet tijdig doet, blijft het beding van toepassing en zal u de vergoeding moeten betalen, zelfs als de werknemer geen soortgelijke activiteiten gaat uitvoeren en zelfs als de geldigheidsvoorwaarden niet voldoen! Als de werknemer daarna toch wél activiteiten aanvangt die u concurrentie aandoet, dan hebt u wél recht op een terugbetaling van de forfaitaire vergoeding, verhoogd met hetzelfde bedrag.
Geeft deze autmatisch géén aanleiding tot de uitbetaling van de forfaitaire vergoeding, dan moet u niets doen als u het effectief niet wil toepassen. Het omgekeerde geldt natuurlijk als u het wél wil toepassen. Dan moet u binnen de 15 dagen vanaf de datum waarop de arbeidsrelaties effectief werden beëindigd, – liefst aangetekend – het beding schriftelijk activeren. U verzaakt dus standaard met de mogelijkheid om het alsnog toe te passen.
Wat als u het toepast en de werknemer overtreedt het beding?
De werknemer die het concurrentieverbod schendt, moet de vergoeding die hij van zijn werkgever ontving, terugbetalen , plus nogmaals hetzelfde bedrag als schadevergoeding. Let op: de werknemer kan aan de arbeidsrechtbank vragen om het bedrag van de schadevergoeding te verminderen, rekening houdende met de effectief veroorzaakte schade en de periode waarbinnen het concurrentiebeding wél nageleefd werd. Anderzijds kunt u tevens een hogere schadevergoeding krijgen als u de effectieve schade kunt bewijzen. Het werkt dus in twee richtingen.