Een werkgever kan bepaald bedrijfsmateriaal aan de werknemer toekennen (bv. smartphone, laptop, tablet, internetabonnement …), die de werknemer niet alleen professioneel maar ook privé mag gebruiken. Dan doet die werknemer hem een ‘voordeel’, dat door de RSZ als een ‘voordeel in natura’ kan aanzien worden en dus sociale bijdragen op int en/of dat door de fiscus als een ‘voordeel alle aard’ kan aanzien worden en dus fiscale bijdragen op int.
Deze voordelen moeten standaard bepaald worden op hun werkelijke waarde, maar het is ook mogelijk dat de fiscale/sociale overheden forfaitair ingeschatte bedragen mogelijk maken voor bepaald bedrijfsmateriaal. Het is zeker aan te raden om dit te gebruiken omdat deze forfaits in de praktijk meestal een pak lager zijn dan de werkelijke gebruikswaardes (zodat er minder op wordt afgehouden) én er is ook een pak minder administratief werk aan (geen ‘bonnekes’).
Op het volgende bedrijfsmateriaal (ongeacht welk type, model, kostprijs) worden de volgende sociale en fiscale forfaitaire bedragen op ingehouden: